Muziekgenres: Progressive Rock


          Behandeld wordt:
          • Maatsoorten
          • Stemvoering met open snaar akkoorden
          • Harmoniseren
          • Toonladders in progrock



Korte inleiding



Je navigeert naar dit website onderdeel vanuit de menu optie "Muziekgenres", of door middel van de "Fast Track & Handleiding" menu optie. Om terug te keren naar het hoofdmenu van "Muziekgenres", kies je deze menu-optie via de horizontale menubalk bovenin je scherm.

Zoals al in het hoofdmenu van "Muziekgenres" uitgelegd, is het belangrijk dat je de nodige voorkennis bezit. Mocht je die niet hebben, dan raden we je sterk aan eerst de theoretische website onderdelen door te nemen. Lees dan in ieder geval nogmaals de theorie over de pentatonische toonladders, omdat dit wezenlijk is te begrijpen hoe toonladders en akkoordprogressies tot stand komen, en zeker voor wat betreft het spelen van solo's, is deze kennis onontbeerlijk.

Progressive Rock (we noemen dat vanaf nu Progrock, dat is algemeen gebruikelijk in de popmuziek), is een bijzonder breed begrip. Progrock wordt ook wel aangeduid met termen als Art Rock, Symphonische Rock of zelfs Classic Rock, waarbij wij die laatste term niet geheel vinden thuishoren in het rijtje, Classic Rock wordt ons inziens meer geassocïeerd met de "echte" klassieke rock van bands als Thin Lizzy, James Gang, Free, Bad Company, Fleetwood Mac, Foreigner, Dire Straits e.d.

Progrock is een vorm van rockgeoriënteerde muziek die opkwam in de late jaren zestig van de vorige eeuw, en haar hoogtepunt bereikte in de jaren zeventig en tachtig. Progressieve rock kent in vergelijking met andere populaire muziek complexere composities en veelal langere nummers. De muziek wordt gekenmerkt door lang uitgesponnen nummers vol tempo- en themawisselingen, met bijzonder complexe solo's, toonladderwisselingen en harmoniemenging.

De muziek werd in het begin als vernieuwend opgevat en was een logisch vervolg op eerdere experimenten met invloeden uit de klassieke muziek en de jazz. De virtuositeit van de muzikanten (velen daarvan hadden een voltooide opleiding in de klassieke muziekleer genoten), stond borg voor complexe muziekstukken en bij de uitvoering van de muziek werden theatrale effecten niet geschuwd. Emerson, Lake & Palmer vuurden een kanon af tijdens hun live shows, Gentle Giant gebruikte meer dan 30 verschillende instrumenten tijdens een optreden, en Jethro Tull bracht het album "Thick As A Brick" uit in een krant, waarbij de mythe is dat het meer tijd zou hebben gekost om de krant te maken dan het album zelf te schrijven en op te nemen. Progrock is vooral een Europese aangelegenheid, in Amerika is progrock meer vermengd met hardrock, denk aan bands als Kansas, Styx, Boston, etc.



Een definitie van Progressive Rock



Progrock staat bekend om haar kunstzinnige albumhoezen, bijvoorbeeld van de tekenaar/kunstenaar Roger Dean

Progressieve rock (vaak afgekort tot prog of progrock) is een vorm van rockmuziek die eind jaren zestig en begin jaren zeventig ontstond als onderdeel van een voornamelijk nobele Britse poging om "rockmuziek naar een nieuw niveau van artistieke geloofwaardigheid te verheffen". De term "artrock" wordt vaak gebruikt om progrock aan te duiden, maar hoewel een kruisbestuiving tussen beide genres wel degelijk plaatsvindt, zijn er wat subtiele verschillen, waarop we hier niet verder in zullen gaan.

Progressieve rockbands verlegden de technische en compositorische grenzen van de traditionele (klassieke) rock door verder te gaan dan standaard akkoordprogressies of toonladders en de populaire, op coupletten en refrein gebaseerde songstructuren. Bovendien bevatten de progrock arrangementen vaak elementen uit klassieke, jazz- en wereldmuziek. Instrumentale nummers waren algemeen gebruikelijk, terwijl liedjes met teksten soms conceptueel, abstract of op fantasie gebaseerd waren.

Progressieve rockbands produceerden vaak concept-albums waarin een bepaald thema centraal stond, waarbij dan in de vaak meest groteske epische vorm het thema in progrock-structuren werd gegoten. Mooie voorbeelden zijn Camel's "The Snow Goose", Pink Floyd's "The Wall", Styx "Killroy was Here", Queensrÿche's "Operation: Mindcrime", Alice Cooper's "Welcome to My Nightmare" etc.

Progrock ontwikkelde zich uit de psychedelische rock van eind jaren zestig, als onderdeel van een brede tendens in de rockmuziek van die tijd om inspiratie te putten uit steeds meer diverse invloeden en stijlen. De term progrock werd toegepast op muziek van bands als King Crimson, Yes, Genesis, Pink Floyd, Jethro Tull, Soft Machine en Emerson, Lake & Palmer. Progrock was met name in de midden jaren 70 tot halverwege de jaren 80 van de vorige eeuw wijd en zijd verbreid en mateloos populair. Progrock is als genre eigenlijk altijd gebleven, en de stijl is zich blijven ontwikkelen door neoprogressieve bands in de daarop volgende decennia. Ook nu, in de 2000's, zijn er nog steeds talloze progrock of progrock georiënteerde bands, met een bijzonder trouw publiek.

Muzikale karakteristieken

Vorm: Progressieve rocknummers vermijden de gebruikelijke songstructuren van couplet-refrein-brugstuk in populaire muziek, of vervagen het formele onderscheid door secties uit te breiden of muzikale intermezzo's in te voegen, vaak met overdreven dynamiekwisselingen om het contrast tussen secties te vergroten.
Klassieke vormen worden vaak ingevoegd of vervangen, wat soms hele suites oplevert (denk aan de "Death of Mother Nature suite" van Kansas), voortbordurend op de traditionele medly's van traditionele rockbands. Progressieve rocknummers bevatten vaak ook uitgebreide instrumentale passages, waarbij de klassieke solotraditie wordt gecombineerd met de improvisatietradities van jazz en psychedelische rock. Dit alles leidt ertoe dat progressieve rocknummers soms wel twintig minuten of langer kunnen duren.

Timbre (instrumentatie en klankleur): Vroege progrockgroepen breidden het klankpalet van de toen traditionele rockinstrumentatie van gitaar, orgel, bas en drums uit door instrumenten toe te voegen die meer typisch zijn voor jazz of volksmuziek, zoals fluit, saxofoon en viool, en vaker wel dan niet gebruikmaken van elektronische toetsenborden, synthesizers en elektronische effecten. Sommige instrumenten - met name de Moog-synthesizer en de Mellotron - zijn nauw verbonden geraakt met het progrockgenre.

Ritme: Gebaseerd op hun uitgebreide kennis van klassieke, jazz, folkmuziek en experimentele invloeden, zullen progrockartiesten eerder andere maatsoorten dan 4/4 en veel frequenter tempowisselingen gebruiken. Progrock heeft over het algemeen de neiging vrijer te zijn in zijn ritmische benadering dan andere vormen van rockmuziek. De gekozen aanpak variëert per progrockband, maar kan variëren van regelmatige beats tot onregelmatige of complexe maatsoorten (7/4, 3/8, 5/4, en andere asyymetrische maatsoorten).

Melodie en harmonie: In progrock worden de standaard bluesinvloeden van mainstream rock vaak verdrongen door jazz- en klassieke invloeden. Melodieën zijn eerder modaal dan gebaseerd op de pentatonische toonladder, en bevatten eerder langere, zich ontwikkelende passages dan korte, pakkende solo uitstapjes. Akkoorden en akkoordprogressies kunnen worden aangevuld met sext, septiem, negende en samengestelde intervallen; en de I-IV-V-progressie komt veel minder vaak voor.
Toespelingen op, of zelfs directe citaten uit, bekende thema's uit de klassieke muziek zijn gebruikelijk. Sommige bands gebruiken atonale of dissonante harmonieën, en enkele hebben zelfs met een rudimentair vorm als serialisme gewerkt. Serialistische muziek is opgebouwd uit herhalingen van en variaties op een vaste reeks muzikale elementen. In de vroegste vormen van serialisme betrof dit alleen toonhoogte, maar gaandeweg werden door sommige klassieke componisten ook dynamiek en toonduur in het systeem ondergebracht.

Structuur en beeldspraak: Omgevingssoundscapes en theatrale elementen kunnen worden gebruikt om scènes, gebeurtenissen of andere aspecten van het muzikale concept te beschrijven of te ondersteunen. Het uit de klassieke muziek stammende "Leitmotif" wordt bijvoorbeeld gebruikt om de verschillende karakters in Genesis "Harold the Barrel" en "Robbery, Assault and Battery" weer te geven. Letterlijker worden de geluiden van klokken en kassa's gebruikt om tijd en geld weer te geven in "The Dark Side of the Moon" van Pink Floyd.

Andere karakteristieken

Technologie: Om de klankkleuren in de muziek een nieuwe dimensie mee te geven, waren progrockbands vaak voorlopers in het gebruik van van nieuwe elektronische muziekinstrumenten en technologieën. Vooral de Mellotron was een kenmerkend geluid in de muziek van vroege progrockbands. Pink Floyd gebruikte een EMS Synthi A-synthesizer uitgerust met een sequencer in het nummer "On the Run" van hun album "Dark Side of the Moon" uit 1973. Eind jaren zeventig ontwikkelden Robert Fripp van King Crimson en Brian Eno een analoog tape-loops-effect ("Frippertronics"). In de jaren tachtig gebruikte Frank Zappa de Synclavier voor componeren en opnemen, en King Crimson gebruikte MIDI-gitaren, een Chapman Stick en elektronische percussie.

Conceptalbums: Een concept album is een verzamelingen van nummers verenigd door een uitgebreid, overkoepelend thema of verhaal en zijn algemeen gebruikelijk in progrock (we hebben hiervoor al kort naar dit concept verwezen). Omdat nummers van progressieve rockacts vaak behoorlijk lang zijn, overschrijden dergelijke collecties vaak de maximale lengte van de media waar de opname op moet landen, wat resulteert in albums waarbij meerdere vinylschijven of compact discs nodig zijn om één album te presenteren. Conceptalbums bevatten vaak historische, fantastische en metafysische elementen, en zelfs, in het geval van Jethro Tull's "Thick as a Brick", wordt de draak gestoken met conceptalbums.

Lyrische thema's: Progrock heeft doorgaans een lyrische insteek die bijzonder ambitieus en complex is, en soms ook niet echt is te begrijpen als je bijvoorbeeld naar de pseudo-kosmisch getinte teksten van Jon Anderson van de band Yes luistert. Typische rock-/poponderwerpen zoals liefde, dansen, enz. worden meestal vermeden, men neigt eerder naar het soort thema's dat voorkomt in klassieke literatuur, fantasy, science fiction of folklore. Peter Gabriel (Genesis) verzon vaak surrealistische verhalen om zijn teksten op te baseren, soms inclusief theatrale elementen met meerdere karakters, terwijl Roger Waters (Pink Floyd) sociale kritiek combineerde met zijn persoonlijke worstelingen over hebzucht, waanzin en dood.

Presentatie: Albumhoezen en verpakkingen vormen vaak een belangrijk onderdeel van het totale artistieke concept. Je kunt zien dat deze trend is begonnen met "Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band" van de Beatles, en deze hoezen spelen een belangrijke rol in de hele marketing-machine van progrock.
Sommige bands werden net zo bekend vanwege de art direction van hun albums als vanwege hun geluid, waarbij de "look" werd geïntegreerd in de algemene muzikale identiteit van de band. Dit leidde tot grote waardering en bekendheid voor bepaalde kunstenaars en ontwerpstudio's, met name Roger Dean voor zijn werk met Yes en Asia, en Hipgnosis voor hun werk met Pink Floyd en verschillende andere progrockgroepen.

Theatrale uitingen: Vanaf het begin van de jaren zeventig begonnen sommige progrockbands uitgebreide en soms flamboyant theater en toneelspel in hun concerten op te nemen. Genesis-zanger Peter Gabriel droeg veel verschillende kleurrijke en exotische kostuums in één show, en speelde vaak het lyrische verhaal van de liedjes in de vorm van een toneelstuk na, en de band gebruikte lasers en gigantische spiegels gesynchroniseerd met de muziek.
Yes optredens bevatten futuristische decors ontworpen door Roger Dean, inclusief enorme ruimteschiprekwisieten en complexe verlichting. Yes trad ook "in-the-round" op, waarbij de band op een rond podium midden in de arena stond.
Jethro Tull liet konijnen los op het podium. Een van de vele capriolen van Emerson, Lake & Palmer op het podium is onder meer Emerson's "flying piano" tijdens het California Jam-concert, waarin een Steinway-vleugel met behulp van een takel werd rondgedraaid. Pink Floyd gebruikte veel podiumeffecten, waaronder neerstortende vliegtuigen, een gigantisch zwevend varken, vliegende bedden, enorme projectieschermen en, in 1980, een enorme nepstenen muur voor The Wall-optredens.
Rush verwerkte lasers en filmachtergronden in hun show. Frank Zappa en The Mothers of Invention gebruikten een gigantisch giraffe-rekwisiet en maakten improvisatiekomedies. Marillion's voormalige zanger Fish droeg een hofnarkostuum geïnspireerd op een van de eerste albums van de band, "Script for a Jester's Tear".

Bekende albumhoezen van Yes, Asia, Pink Floyd en Genesis





Progressive Rock door de jaren heen



Eind jaren 60 en begin jaren 70 van de vorige eeuw

Men zou kunnen stellen dat het allemaal begon met psychedelische muziek, dat wil zeggen Jimi Hendrix en eerder zelfs Pink Floyd, althans tijdens hun periode met Syd Barrett als bandlid. Sommige historici beweren dat The Beatles ook een bijdrage leverden aan de prog-beweging. Eind jaren zestig kwamen bands als King Crimson en Yes ten tonele. King Crimson was, samen met de band Van der Graaf Generator, verantwoordelijk voor het definiëren van een progrock subgenre dat we nu "hard" prog noemen, waarbij "hard" verwijst naar de donkere, duistere en gekwelde sfeer in hun muziek, waarbij de muziek van King Crimson ook nog eens symfonisch van karakter is.

De muziek van Yes was ook symfonisch, ze gebruikten zelfs symfonische orkesten voor hun muzieknummers. De later wereldberoemde band Genesis was eind jaren zestig ook al bezig met muziek uitbrengen, alleen was hun link met progrock nog tamelijk vaag en onduidelijk. toen Genesis eenmaal het album "Trespass" uitbracht, waren ook zij aanbeland in het progrock universum.

Yes en Genesis zijn nog steeds de onbetwiste iconen van de symfonische (prog)rock muziek. Bands als Gentle Giant en Camel volgden wat later in hun voetsporen. Terwijl symfonische rock zich in Groot-Brittannië ontwikkelde, speelden veel Italiaanse bands een soortgelijke soort progmuziek waarbij gedacht kan worden aan Banco Del Mutuo Soccorco (afgekort BDMS), Le Orme, Quella Vecchia Locanda (QVL). Deze twee landen waren destijds het meest productief op het gebied van progrock.

We keren terug naar Engeland om ons te concentreren op een ander subgenre dat uit de landstreek Canterbury komt. Caravan is de band die dit genre definieerde met hun tweede album, en bands als Hatfield and the North en later National Health volgden in hun voetsporen, gevolgd door Happy the Man, die echter uit de USA kwam.

Het eerste album van Gong, getiteld "Camembert Electrique", behoort ook dit tot Canterbury subgenre. De drummer van Gong, Pip Pyle, zou later bij Hatfield en National Healt spelen. Daevid Allen (die Gong heeft opgericht) vormde samen met Robert Wyatt Soft Machine, een band die met hun eerste drie releases tot de Canterbury-scene gerekend konden worden, maar die zich later richtte op jazz-fusion , een andere sub- genre dat later ook door Bill Bruford (de drummer van Yes) en Brand X (een nevenproject van Phil Collins, de drummer van Genesis) werd omarmd, en in de USA trok Frank Zappa (met zijn Mothers of Invention) de kar. Dus al in het begin van de jaren 70 waren er drie progrock subgenres: symfonisch (Genesis en Yes), Canterbury scene (Gong en Caravan), en hard prog (Van der Graaf Generator en King Crimson).

De jaren 70

Nadat Syd Barrett Pink Floyd verliet, werd hun muziek meer melodieuzer met etherische passages en er werd een nieuw subgenre geboren, de spacerock. Gong volgde dezelfde weg ook met "Angel Egg" (met wel wat meer humor dan de wat donkere en duistere muziek van Pink Floyd), wat velen beschouwen als hun beste plaat tot nu toe.

Nadat The Yardbirds (een psychedelische en hard rock band) uit elkaar gingen, vormde Keith Relf samen met zijn vrouw Jane de band Renaissance, een groep die volksmuziek mengde met progrock. Samen met Jethro Tull wordt Renaissance gekwalificeerd als folk-progband. De populariteit van Renaissance groeide nadat Annie Haslam de opvolgster werd van zangeres Jane Relf, en in 1975 het geweldige "Scheherazade And Other Stories" uitbrachten. Jethro Tull bracht in 1971 "Aqualung" uit, een album dat tegenwoordig als een klassieker wordt beschouwd, maar waar veel muziekcritici menen dat het opvolgende album "Thick As A Brick" de daadwerkelijke stap van Jethro Tull naar de folkprogscene was.

In de jaren zeventig ontwikkelde zich ook een ander subgenre van de progressieve rock, de artrock, met bands als Supertramp, Roxy Music en 10 CC. Deze groepen speelden een tikkeltje eenvoudigere muziek dan in de andere prog-subgenres. In Duitsland speelde een groep genaamd Tangerine Dream muziek die uitsluitend op elektronische instrumenten was gebaseerd, vandaar dat hun muziek "Electronic" (of New Age) werd genoemd, hoewel deze ook veel niet-elektronische instrumenten kan bevatten, zoals het geval is bij muziek van Vangelis, Mike Oldfield en Synergy.

Veel van de Duitse bands die begin jaren zeventig op het toneel verschenen, werden geclassificeerd als "Krautrock", een bijkomend subgenre van de progrock, waaronder we bands rekenen als Großschnitt, Amon Düül en Ash Ra Tempel. Een minimalistische vorm van de elektronische muziek verscheen ook in de jaren zeventig, dat genre werd ambient genoemd. Tot deze categorie behoren bands als Kraftwerk, Cluster, en muziek van de multi-instrumentalist Brian Eno. Bovendien verscheen in Engeland in 1973 een op improvisatie gebaseerd subgenre met een jazzachtergrond met de release van Henry Cow’s "Leg End".

Tussen al die subgenres was er een heel typische progrock band waarin leden van King Crimson, Atomic Rooster en The Nice samenkwamen, en de band werd Emerson, Lake & Palmer genoemd. Hun album "Tarkus", wat als hun beste album wordt beschouwd, en creëerde een nieuw subgenre, dat klassieke prog werd genoemd. De term klassieke prog ontstond doordat Emerson, Lake & Palmer veel bewerkingen van klassieke stukken in hun repertoire opnamen, bijvoorbeeld "Pictures At An Exibition", oorspronkelijk door de componist Modest Moessorgski geschreven, en later door een andere klassieke componist, Maurice Ravel, herbewerkt. Rick Wakeman (de toetsenist van Yes) en The Nice brachten ook albums in het subgenre klassieke prog uit. Een prachtig voorbeeld is het album "The Six Wives of Henry VIII" van Rick Wakeman.

In Noord-Amerika probeerden sommige groepen hardrock te mixen met progressieve elementen, zulke bands zijn onder andere Rush, Styx en Kansas. Laatsgenoemde band is een wat vreemde eend in de bijt, omdat hun muziek ook tegen de Engelse symfonische progscène aanschurkt. Soms werden deze USA bands ook pompprog bands genoemd, omdat de intro’s en outro’s van hun muziek vaak een pompeus karakter hadden.

Al eerder noemden we de jazz-fusion scene met Brand X (het nevenproject van Phil Collins, de Genesis drummer) Bill Bruford en Frank Zappa. De muziek van laatstgenoemde kan beschouwd worden als een uniek subgenre (mix van jazz, doo-wap, rock, fusion, funk, hardbop etc.). Een andere band was ook sterk geworteld in de jazz, maar bevatte ook invloeden variërend van Karl Heinz Stockhausen (avant-gardistisch componist) tot Duke Ellington, en dat was Magma, een Franse progrock band, opgericht in 1969. Magma creëerde het Zeuhl-subgenre, met een taal die alleen voor de band verstaanbaar was, en die "Kobaïa" werd genoemd. Tegen het einde van de jaren zeventig zijn er dus 9 nieuwe subgenres in de progrock: art rock, folk prog, klassieke prog, jazz-fusion, Zeuhl, ambient, electronic, krautrock, pomp prog.

De jaren 80

De progrock werd eind jaren zeventig verdrongen door de punkbeweging, een "muziek"-beweging die tot doel had te bewijzen dat iedereen muziek kon maken. De Punkmuziek gaf aanleiding tot de "koude golf" in de jaren tachtig en progrock werd teruggebracht tot wat neo-progressief werd genoemd (een eenvoudigere vorm van de symfonische prog), en een embryo van wat begin jaren negentig in opkomst kwam, het progmetal genre. Saga was waarschijnlijk de eerste band die deze neoprog speelde, maar Marillion, Pendragon en IQ zijn de beste vaandeldragers van dit subgenre. Denk hierbij aan albums als "Misplaced Childhood" van Marillion, "Masquerade Overture" van Pendragon en "Ever" en "Are You sitting Comfortably?" van IQ.

De jaren 90

Metalprog ontwikkelt zich razendsnel met bijvoorbeeld het Dream Theater’s "Images And Words" album, een waar meesterwerk van progmetal. In de jaren tachtig speelden sommige groepen echter al in op heavy metal gebaseerde progrock, denk aan Fates Warning, Watchtower en Queensrÿche. Hierbij moet niet de rol van de progrock-fanaat Mike Varney worden onderschat, die in de USA het proglabel Magna Carta oprichte, en in Europa het Inside Out label.

Naast metalprog waren er ook bands als Spock’s Beard met verwijzingen naar de symfonische prog van de oorspronkelijke Genesis en Gentle Giant. Bands als Echlolyn en IZZ speelden muziek die weer dichter bij de neoprog lag. In Noord-Europa ontwikkelde zich een Scandinavische symfonische progscène met bands als The Flower Kings, Anglagard en Sinkadus, met nog een aantal op een jazz en rock mix gestoelde muziek van bands als Kense, Cartoone en Deus Ex Machina. Spacerock werd gespeeld door onder andere Porcupine Tree en Ozric Tentacles. Op IQ en Marillion geïnspireerde bands in die tijd waren onder andere Clepsydra en Collage.

Zo was er dus in de jaren negentig een heropleving van de progscene, niet alleen met de opkomst van het nieuwe subgenre metalprog, maar ook met bands die de stijlen spelen die in de jaren zeventig en tachtig waren ontwikkeld.

De internationale scene

Naast Engeland en Italië, waar het allemaal begon, zijn er wereldwijd vele belangwekkende progrock acts in de jaren 70, 80 en 90 geweest, een niet uitputtende opsomming:


De jaren 2000-2010

Tijdens het eerste decennium van de jaren 2000 consolideerden verschillende bands hun positie als leidende progrockacts, waaronder supergroep Transatlantic (Europa-VS) en Spock's Beard (VS), evenals Glass Hammer (VS). Andere groepen veranderden van richting. Porcupine Tree (UK) verliet de psychedelische progrock en omarmde hardrock met zelfs snoeiharde metalriffs.

Een andere act (die sommigen een supergroep noemden), The Tangent, werd tijdens dit decennium gevormd. De initiële line-up bestond uit toetsenist en componist Andy Tillison en Sam Baine (van de bands Parallel en 90 Degrees), Roine Stolt, Jonas Reingold en Zoltan Czsorz (van The Flower Kings), David Jackson (Van der Graaf Generator) en Guy Manning (Manning). Uiteindelijk werd het geheel een project van Andy Tillison, met spraakmakende muzikale gasten. Het eerste album van The Tangent heette "The Music That Died Alone".

Progressieve rocklegendes uit de jaren zeventig keerden terug. Yes hervormde zich zonder toetsenist en koos er stilistisch voor om zeer creatieve progrock na te streven met de release van "Magnification", met een symfonieorkest in plaats van keyboards. Van der Graaf Generator, een andere geliefde band uit de jaren zeventig, herenigde zich en keerde terug met een dubbelalbum getiteld "Present". Kostarev Group, uit Rusland, bleek een van de meest opwindende nieuwe acts te zijn, die klassieke progrock combineerde met fusion en elektronica.

Een nieuwe grafisch kunstenaar genaamd Ed Unitsky betrad de progrockscene in 2002. Hij maakte de cover voor het Flower Kings-album in 2002. Het volgende project was de Tangent-opname in 2003. Sindsdien is Ed Unitsky een populaire en zeer gerenommeerde ontwerper geworden binnen de progrock-gemeenschap.

Belangwekkende albums uit deze tijdsperiode:

2000:
• The Flower Kings – Space Revolver (Zweden)
2001:
• Transatlantic – Bridge Across Forever (internationale samenwerking)
• La Torre Dell Alchimista – S/T (Italië)
• Magnesis – Les Gens De… (Frankrijk)
• Pi2 – Demà Serà Un Altre Dia (Spanje)
• Will-O-The Wisp – Second Sight (Griekenland)
2002:
• Kaipa – Notes From The Past (Zweden)
2003:
• King Crimson – The Power To Believe (UK/USA)
2004:
• Cabezas De Cera – Hermandad
2005:
• Wobbler – Hinterland
• October Equus – October Equus (Spanje)
2006:
• David Gilmour – On An Island (UK)
• Nexus – Perpetuum Karma (Argentinië)
• Spin Xxi – Contraponto (Brazilië)
2007:
• New Trolls – Concerto Grosso-The Seven Seasons (Italië)
2008:
• Birds & Buildings – Bantam To Behemoth (USA)
2009:
Steve Hackett – Out Of The Tunnel’s Mouth (UK)

De jaren 2010-2022

Belangwekkende albums uit deze tijdsperiode:

2010:
• Amoeba Split – Dance Of The Goodbyes
2011:
• Glass Hammer – Cor Cordium (USA)
2012:
• Steve Hackett – Genesis Revisited II (UK)
• Änglagård – Viljans Öga
2013:
• Steven Wilson – The Raven That Refused To Sing (UK)
• The Knells – The Knells (USA)
• Yuka & Chronoship – Dino Rocket Oxygen (Japan)
• Days Between Stations – In Extremis (USA)
2014:
• IQ – The Road Of Bones (UK)
• Farmhouse Odyssey – Farmhouse Odyssey (USA)
2015:
• Agusa – Tva
• Needlepoint – Aimless Mary (Noorwegen)
• Yuka & Chronoship – The 3rd Planetary Chronicles (Japan)
• Nad Sylvan – Courting the Widow (Zweden)
2016:
• Anderson/Stolt – Invention Of Knowledge (Noorwegen)
• Holon – The Time Is Always Now (Nooorwegen)
• Farmhouse Odyssey – Rise Of The Waterfowl (USA)
2017:
• Kotebel – Cosmology (Spanje)
• Vitral – Entre As Estrelas (Brazilië)
• Parafernalia – A Incrível Saga De Joseph Marshall (Brazilië)
• Liquid Orbit – Liquid Orbit (Duitsland)
• Karakorum – Beteigeuze (Duitsland)
2018:
• Focus – 11 (Nederland)
• Bubu – El Eco Del Sol (Argentinië)
• Amgala Temple – Invisible Airships (Noorwegen)
• All Traps on Earth – A Drop of Light
• Yuka & Chronoship – Ship (Japan)
2019:
• SBB – Fos (Polen)
• Caravela Escarlate – Caravela Escarlate (Brazilië)
• Klava – Polku (Finland)
• Blank Manuskript – Krásná Hora (Oostenrijk)
• Mythopoeic Mind – Mythopoetry (Noorwegen)
• Guranfoe – Sum of Erda (UK)
• Farmhouse Odyssey – Fertile Ground (USA)
• Jordsjø – Nattfiolen (Noorwegen)
2021:
• Lyle Workman- Uncommon Measures (USA)

Het jaar 2022

Gerenommeerde progrock albums van 2022 zijn:

• iNFiNiEN – Beyond the Veil (onafhankelijk, 2022)
• The Lost Vision of the Chandoo Priest – The Lost Vision of the Chandoo Priest (Ams Records, 2022)
• The Aristocrats – With Primuz Chamber Orchestra (2022)
• Stick Men – Tentacles (MoonJune Records, 2022)
• Limite Acque Sicure – Limite Acque Sicure (Minotauro Records, 2022)
• Il Sogno Di Rubik – Stati Equivoci dell’Essere (M.P. & Records, 2022)
• Jordsjø – Jord Sessions (Karisma Records, 2022)
• The Guildmasters – Liber de Dictis (Seacrest Oy, 2022)
• Ben Craven – Monsters From The Id (Desert Comb Music, 2022)
• The Samurai Of Prog – Anthem to the Phoenix Star featuring Marco Grieco (Seacrest Oy, 2022)

Voor de progrock kenners de volgende woordspeling 😉:





Verschillende sub-genres van Progressive Rock



Een van de meest complexe zaken van progrock is de classificatie van bands en artiesten. Er zijn verschillende subgenres binnen het progrock domein. Musici kunnen (en zullen) urenlang discussiëren over de vraag of deze of gene band in dit of dat subgenre thuishoort. De onderstaande lijst is slechts een eenvoudig overzicht van de kenmerken van elk subgenre, en is geenszins als een strikte richtlijn bedoeld. Houd er tevens rekening mee dat dit geen definitieve lijst is. Door op de naam van een sub-genre te klikken opent een nieuw venster met daarin een opsomming van de kenmerken van het desbetreffende sub-genre.
De gebruikte tekst is een mix van informatie van Engelstalige websites en verder afkomstig uit Engelstalige muziekliteratuur.























Bekende albumhoezen van Return to Forever, Marillion, Pendragon, Solstice, Dream Theater, Ayreon, Camel, Pollen, Hawkwind





Basis gitaartheorie voor Progressive Rock



Het progressieve rockgenre begon eind jaren zestig als een poging om het artistieke niveau van rockmuziek naar een hoger niveau te brengen. Je hebt er hierboven al van alles over kunnen lezen. Uitgebreide muzikale vormen, andere maatsoorten dan 4/4, en modale harmonieën en melodieën zijn enkele van de muzikale elementen die dit genre onderscheiden van andere stijlen.
Gitaristen als Steve Howe (Yes), Alex Lifeson (Rush), David Gilmour (Pink Floyd), Robert Fripp (King Crimson), Ty Tabor (King's X) en John Petrucci (Dream Theater) gebruiken open-snaarstemmen, geharmoniseerde lijnen en de maatsoort verschuift continue om een meer expressieve en melodieuze speelstijl te creëren.
In dit theoriedeel concentreren we ons op slechts enkele van de vele gitaartechnieken die aan de basis liggen van progressieve rock: open snaarakkoorden, geharmoniseerde lijnen, maatsoorten en solostijl. Zodra je begrijpt hoe dit in muzikaal opzicht werkt, kun je alle elementen combineren en herschikken om je eigen reis naar het middelpunt van de progrock te creëren!

Maatsoorten


Het mixen van verschillende maatsoorten is een prominent aspect van progrock. Hoewel de in rock gebruikelijke 4/4 maatsoort niet volledig wordt verlaten, is het goed om grip te krijgen op afwijkende maatsoorten als 5/4, 6/4 en 7/4. De eerste maat van de afbeelding hiernaast is een riff in A mineur riff in een 4/4 maatsoort, en hier houden we het simpel door alleen de toonladdertonen 1, kleine terts en verminderde septiem te gebruiken. Door de laatste twee achtste noten te veranderen in kwartnoten, kun je het motief in een 5/4 maatsoort spelen. We hebben een soortgelijk proces gebruikt om de originele riff in een 6/4 en 7/4 maatsoort te veranderen. Door noten toe te voegen of ritmes te veranderen, kun je elke riff aanpassen aan verschillende maatsoorten.

Als je eenmaal een verzameling riffs hebt, kun je beginnen deze in verschillende volgordes samen te stellen. Elke maat kan een nieuwe maatsoort zijn, of je kunt slechts één maat wijzigen. De afbeelding hiernaast is een frase van vier maten die een reeks maatsoorten van respüectievelijk 6/4 – 7/4 – 6/4 – 5/4 gebruikt. Onthoud: denk vooruitstrevend, en wees niet bang buiten de muzikale lijntjes te kleuren. Bouw een frase van negen maten in een 6/4 maatsoort of een frase van vijf maten in 7/4 ... je kunt de lijst eindeloos uitbreiden.

Als uitbreiding op het vorige voorbeeld wordt in afbeelding 3 de harmonie in de maten twee en vier veranderd, om een Gmaj7 klank op te roepen. Dit geeft de hele frase een modaal, A Dorisch (ABCDEF♯G) sfeertje.

Het is ook gebruikelijk om maten in 3/8, 6/8 of 9/8 te verwerken in een op kwartnoten gebaseerde frase. De afbeelding hiernaast gebruikt de originele riff en wordt uitgebreid door maat twee (een kort motief in 3/8) en maat vier (een uitbreiding van het 3/8 motief). Deze maatsoorten en moetieven kunnen lastig zijn om te spelen. Als je gewend bent kwartnoten te tellen, lijkt het alsof de tijd omdraait, vooral als je van maat twee naar drie gaat. Begin met langzaam oefenen. Luister eens naar "Firth of Fifth" van Genesis of "Starship Trooper" van Yes en merk op hoeveel secties, akkoordprogressies en maatsoorten deze bands gebruiken om al die verschillende muzikale frases en motieven te creëren. Dit getuigt werkelijk van bijzonder complex en hoogwaardig muzikaal kunnen.

Stemvoering met open snaar akkoorden


Open-snaar akkoorden zijn een van de meer onderscheidende elementen uit de progrock stijl en worden door veel progrockgitaristen gebruikt, waarvan Alex Lifeson (Rush) de meest opvallende is. Het CAGED-systeem en de standaard barré akkoorden worden nog steeds gebruikt, maar het toevoegen van open snarenspel en arpeggiopatronen brengt je naar compleet andere klankwerelden. Je kunt een bestaand akkoord nemen en een vinger optillen, vormen langs de gitaarhals verplaatsen, of je theoriekennis gebruiken om deze stemvoeringen uit te voeren.
Een benadering kan zijn om te beginnen met een bestaande open-snaren stemvoering en de basnoot in halve of hele stappen te verplaatsen. De afbeelding hierboven begint met een Bmin11 (B mineur undecime)intonatie die een open 4de en een open 1ste snaar bevat. De basnoot gaat dan een halve toon omhoog naar C, en vervolgens een hele toon omlaag naar B♭. Door de noten op de bovenste vier snaren hetzelfde te houden, ontstaat er een soort "orgelpunt" effect (pedal point): zeg maar een rode draad tussen elk akkoord.

De afbeelding hiernaast hanteert een andere benadering, doordat we de gehele akkoordvorm over de gitaarhals bewegen. We beginnen met de vertrouwde C-majeur (voeg nog een kwint toe aan de derde fret, eerste snaar), en verplaats deze naar boven op de gitaarhals om welluidende akkoorden te vinden. Dit kan door uitbreidingen en wijzigingen aan akkoorden toe te voegen, en is een gemakkelijke manier om een nieuwe klankkleur aan je standaard akkoordprogressies te geven. Je zou dit met elk akkoord in het CAGED-systeem moeten proberen.

Een andere stemvoeringstechniek is om het volledige zessnarige majeur-barré-akkoord te nemen en het uit de barré-vorm te halen, waardoor de bovenste twee snaren open snaren worden. De afbeelding hiernaast werkt volgens dezelfde methodiek, waarbij de akkoordvorm op en neer over de gitaarhals worden geschoven om een aantal interessante nieuwe en alternatieve stemvoeringen en klanken te vinden.

Harmoniseren


Met harmoniseren (in het Engels "harmonized lines") bedoelen we dat verschillende noten in een melodieuze en welluidende klank tegelijkertijd worden gespeeld. De noten hoeven niet noodzakelijkerwijs allemaal uit de toonsoort te komen waarin het muziekstuk oorspronkelijk is geschreven, hoewel men er in de strikte klassieke harmonieleer anders over denkt.
We hebben eigenlijk maar drie woorden voor je; "Long Distance Runaround" van Yes. Het geharmoniseerde gitaarintro van Steve Howe is op zichzelf een behoorlijk goede les over hoe je een gitaarlijn harmoniseert. Het harmoniseren van twee gitaarlijnen is een slimme manier om een akkoordprogressie te creëren zonder daadwerkelijk akkoorden te spelen. Om te harmoniseren, moet je toonladders en intervallen kennen (dit zijn notenparen). De afbeelding hiernaast gebruikt de A-majeur toonladder (ABC♯DEF♯G♯A) en intervallen gebaseerd op een terts en een sext.

Er ontstaat een interval van een terts als je elke andere noot in de toonladder verbindt, of een terts verder weg in de toonladder (AC♯, BD, C♯E, enz.). Sexten zijn paren (intervallen) van noten die een sext verwijderd zijn (A – F♯, BG♯, C♯A, etc.). Merk op dat wanneer je een terts omkeert, je een sext krijgt (DF♯ is een terts en F♯D is een sext). Wel handig al je wat van muziektheorie snapt.

Waarom gebruiken we tertsen en sexten, maar geen andere intervallen? Dat komt omdat akkoorden traditioneel met tertsen worden opgebouwd, dus intervallen van een terts (of sext) zullen ook als akkoorden klinken. Een drieklank in D-majeur heeft bijvoorbeeld de noten DF♯A. Als je alleen DF♯ speelt, klinkt het als een D majeur akkoord. Als je F♯A op je gitaar speelt en je bassist een D speelt, klinkt het nog steeds als D majeur, wat natuurlijk erg handig is. Je kunt ook harmoniseren met andere intervallen, maar die klinken minder als een traditioneel akkoord, waarbij dat soms wel heel mooie klankkleur-effecten geeft.

Terug naar de afbeelding hierboven: de eerste regel is de melodie op zichzelf. De tweede regel is de melodie die een terts erboven is geharmoniseerd. De laatste regel is de melodie die een sext hieronder is geharmoniseerd.

Toonladders in progrock


Ten aanzien van toonladders merken we nog op dat in de progrock en al haar subgenres vaker volledige majeur- en mineur toonladders worden gebruikt, in plaats van de pentatonische versie die je terugvindt in de basis blues, rock en popmuziek. Naast deze standaard toonladders echter worden in progrock ook harmonische mineur toonladders en andere modi gebruikt, naast de basis Ionische en Aeolische modi. Denk daarbij aan de Dorische, Frygische en Mixolydische toonladders. Een veelgebruikte toonladder wordt ontleend aan de 5de modus van de harmonische mineur toonladder. Dit wordt ook wel de Frygisch dominante toonladder genoemd.

Dan is er nog een heel scala aan exotische toonladders die frequent terugkeren in progrock, zoals de octatonische (symmetrische) toonladder, en het rijtje hieronder, waarbij we telkens een voorbeeld op de gitaarhals laten zien van de complete toonladder over twee octaven.

Byzantijnse toonladder

De Byzantijnse toonladder is beter bekend als dubbele harmonische majeur en wordt ook wel Flamenco-modus of Major Romani genoemd.


Enigmatische toonladder

De enigmatische toonladder kent twee versies. De stijgende vorm is opgebouwd uit 1, ♭2, 3, ♯4, ♯5, ♯6, 7. De dalende vorm heeft in plaats daarvan een natuurlijke vierde, wat de formule 7 - ♯6 - ♯5 - 4 - 3 - ♭2 - 1 oplevert.


Perzische toonladder

De Perzische toonladder is ook bekend als Raga Lalita of Chromatisch Hypolydische Omkering, en bestaat uit 1, ♭2, 3, 4, ♭5, ♭6, 7.


Javaanse Pelog toonladder

De Javaanse Pelog toonladder of Dorische ♭2 of Frygische ♯6, is een Indonesische toonladder opgebouwd uit 1, ♭2, ♭3, 4, 5, 6, ♭7. Deze toonladder moet je niet verwarren met de Balinese Pelog toonladder, die we hierna bespreken, en die feitelijk een pentatonische toonladder is.


Balinese Pelog toonladder

De Balinese Pelog toonladder is een Indonesische mineur pentatonische toonladder opgebouwd uit: 1, ♭2, ♭3, 5, ♭6.


Napolitaanse mineur toonladder

De Napolitaanse mineur toonladder is samengesteld uit: 1, ♭2, ♭3, 4, 5, ♭6, 7. Deze toonladder wordt ook wel de Harmonische mineur ♭2 of de Frygische majeur 7 toonladder genoemd.


Napolitaanse majeur toonladder

De Napolitaanse majeur toonladder is, ondanks zijn naam, toch echt een mineur toonladder opgebouwd uit: 1, ♭2, ♭3, 4, 5, 6, 7. Het belangrijkste verschil met de kleine Napolitaanse toonladder is de sext, die in de majeur versie een grote sext is.


Hongaarse mineur toonladder

De Hongaarse mineur toonladder (of dubbele harmonische mineur dan wel zigeunermineur) is de vierde modus van de dubbele harmonische toonladder. De toonladde ris opgebouwd uit 1, 2, ♭3, ♯4, 5, ♭6, 7. Merk op dat deze toonladder op dezelfde manier is opgebouwd als de harmonische mineurtoonladder, maar met een overmatige kwart in plaats van een reine kwart.


Boventoon of Lydisch dominante toonladder

De Boventoon toonladder, ook wel de akoestische of Lydisch dominante toonladder genoemd, is de vierde modus van de melodische mineur toonladder. De opbouw is 1, 2, 3, ♯4, 5, 6, ♭7.


Hindoestaanse toonladder

De Hindoestaanse toonladder wordt soms Aeolisch Dominant, Mixolydisch ♭6 of Majeur-Mineur genoemd, en is eigenlijk de vijfde modus van de melodische mineur toonladder. De opbouw is 1, 2, 3, 4, 5, ♭6, ♭7.


Roemeense toonladder

De Roemeense majeurtoonladder is opgebouwd uit 1, ♭2, 3, ♯4, 5, 6, ♭7. Deze toonladder wordt ook wel de Lydische Dominant ♭2 genoemd. Deze toonladder kun je gebruiken bij dominante 7 (septiem)-akkoorden om meer spanning aan de melodielijn toe te voegen.


Hongaarse majeur toonladder

Ondanks zijn naam is de Hongaarse majeur toonladder toch écht een dominante toonladder. Het enige verschil met de hierboven besproken Roemeense majeur toonladder is de verhoogde secunde waardoor de volgende opbouw van deze toonladder ontstaat: 1, ♯2, 3, ♯4, 5, 6, ♭7.


Spaanse Zigeneur toonladder

De Spaanse Zigeuner toonladder wordt ook Frygische Majeur, Mixolydische ♭2 ♭6, Gealteerde Frygische, Dominant ♭2 ♭6, Spaans Heptatonische, Harmonische majeur omkering, of Joodse toonladder genoemd. Dit is eigenlijk de vijfde modus van de harmonische mineur toonladder, beter bekend als Frygisch dominant. De opbouw is 1, ♭2, 3, 4, 5, ♭6, ♭7.


Arabische toonladder

De Arabische toonladder wordt ook Major Locrisch genoemd. De opbouw is 1, 2, 3, 4, ♭5, ♭6, ♭7). Typische akkoorden voor deze toonladder zijn bijvoorbeeld 7♭5♭13 akkoorden.


Aziatische toonladder

De Aziatische toonladder wordt soms ook wel de Oriëntaalse of Omgekeerde Mineur Romani toonladder genoemd. De opbouw is 1, ♭2, 3, 4, ♭5, 6, ♭7.


Prometheus toonladder

De Prometheus toonladder staat ook bekend als de Mystieke toonladder, of Scriabin's Prometheus toonladder, verwijzend naar muziekstukken van Alexander Scriabin, een Russische componist. Deze toonladder bestaat uit 1, 2, 3, ♯4, 6, ♭7. De toonladder kan gebruikt worden met akkoorden als 7♯11 en 7♭5.


Ritsu toonladder

De Ritsu-toonladder of Ritsu Onkai is een Japanse mineur toonladder en bestaat uit zes noten: 1, ♭2, ♭3, 4, ♭6, ♭7.


In Sen toonladder

De In Sen-toonladder, of Insen, of Kokin-Joshi is een verminderde toonladder uit Japan, opgebouwd uit 1, ♭2, 4, 5, ♭7.


Iwato toonladder

De Iwato toonladder is in feite in de Locrische modus (zeven-modus van de majeur toonladder) zonder dat de ♭3 en de ♭6 worden gebruikt. De opbouw is 1, ♭2, 4, ♭5, ♭7.


Schotse pentatonische toonladder

De Schotse pentatonische toonladders is een verminderde toonladder bestaande uit 1, 2, 4, 5, 6. Deze toonladder wordt ook wel aangeduid als de Ritusen toonladder, maar is veel meer bekend als de vierde modus van de majeur pentatonische toonladder.


Han-Kumoï toonladder

De Han-Kumoï toonladder, ook bekend als de Japanse toonladder, is een verminderde pentatonische toonladder opgebouwd uit: 1, 2, 4, 5, ♭6.


Hon-Kumoi-Joshi toonladder

De Hon-Kumoi-Joshi toonladder is een verminderde Japanse toonladder opgebouwd uit 1, ♭2, 4, 5, ♭6.


Hirajoshi toonladder

De Hirajoshi toonladder is eigenlijk de Aeolische pentatonische toonladder. Dit is een mineur pentatonische toonladder, als volgt opgebouwd: 1, 2, ♭3, 5,♭6.


Mongoolse toonladder

De laatste toonladder die we hier behandelen, is de Mongoolse pentatonische toonladder die bestaat uit 1, 2, 3, 5, 6. Deze toonladder kent dezelfde opbouw als de majeur pentatonische toonladder.






Solo's samenstellen



Gitaarsolo's die je tegenkomt in de meeste soorten rockmuziek, hebben de neiging om pentatonische toonladders en een op blues gebaseerde harmonie en melodie te gebruiken. Bends, hammer-ons, pull-offs en slides zijn ook niet vreemd voor progrockgitaristen, en worden veelvuldig als stijlelement in hun spel ingezet. Dit gecombineerd met modi en toonladders, sequenties en motieven, zorgen voor een veel complexere compositorische en expressieve solostijl. Vaak gaat het daarbij niet zozeer om de megalomane snelheid van bijvoorbeeld een Eddie van Halen te bereiken, maar is er veel meer aandacht om het gevoel dat het muzieknummer moet weergeven, een integraal onderdeel van de solo te maken.

De afbeelding hiernaast is een voorbeeld gebaseerd op het solospel van David Gilmour van Pink Floyd, met enkele uitgebreide akkoordtonen en triolen, vermengd met een paar vrij gebruikelijke bends in E mineur. Aan het einde van de eerste maat brengt de halve stap bend/release op F♯ de ♯11 van Cmaj7 en de 9 van Em7 naar boven. De bend naar B aan het begin van de 3de maat (ook regelmatig voorkomend in het pentatonische systeem in E mineur) brengt de klankkleur naar het grote septiem van Cmaj7. Bovendien creëert de ritmische structuur van de frase een "spiegeleffect": je gaat van triolen naar bends en langere noten (maat 1 en 2), en keert deze sequentie vervolgens om, door van bends en langere noten naar triolen te gaan (maat 3 en 4).

Het voorbeeld hiernaast is geïnspireerd op het gitaarspel van Alex Lifeson (Rush) uit het begin van de jaren tachtig. Dit G Frygische (GA♭B♭CDE♭F) voorbeeld heeft drie frasen van vier maten en is een mix van een paar technieken. Er zijn hammer-ons en pull-offs waarin de open derde snaar is verwerkt. Wanneer de toonladder of modus een open snaarnoot bevat, is het gemakkelijk om ideeën te creëren met behulp van die snaar (maat 3, 4, 6, 11 en 12). Bredere intervallen (maat 9 en 10) zijn een mooie manier om de algehele frasering in balans te brengen. Ze bevinden zich bijna aan het einde van de solo en brengen wat rust na de 16de noten van de vorige frase.
Er zijn sequenties met een motief (maat 3 en 4, en maat 11 en 12), een herhaling (maat 5), bends in halve stappen die de modus benadrukken (maat 1 en 2), en zelfs een eerbetoon aan de "YYZ″-solo van Alex Lifeson (maat 7 en 8).

Enkele progrock solo voorbeelden


Voorbeeld 1: Solo uit "South Side of the Sky" van Yes in E mineur.


Voorbeeld 2: Solo uit "Side Effects" van Ayreon in C mineur.


Voorbeeld 3: Solo uit "In the End" van Rush in G majeur.






Tot slot



Als aanvulling op de theorie van dit website-onderdeel raden we je aan om naar de module "Programma's & Downloads" te navigeren. Je vindt daar een grote hoeveelheid online en offline applicaties, E-boeken en complexere gitaartheorie in de "Deep Dive" modules, die je verder helpen met het uitdiepen van de theorie, en je ondersteunen bij het verder professionaliseren van je muziekkennis en je gitaarspel.



bronnen: ProgArchives.com, ProgressiveRockCentral.com, McCandless: Metal as a Gradual Pocess in the music of Dream Theater,Holm-Hudson: Progressive Rock Reconsidered,Lundberg: Canon, Fugue, and Imitation in Progressive Rock 1968-1979, McCandless: Rhythm and Meter in the Music of Dream Theater, Merlini: A Mellotron-Shaped Grave, Deconstructing the Death of Progressive Rock, Stone: Gentle giant, The Missing Piece in Rock's Academia, GuitarProTabs.org, GuitarJan.com|Guitar Music Archive, Macan: The Birth of Progressive Rock, TeachRock.org.